Het uitzonderlijke verhaal van de 911 R nummer 16
Elke Porsche is bijzonder. Maar sommige Porsches zijn extra speciaal door hun beperkte productieaantal of hun bijzondere historie. De Porsche 911 R uit dit verhaal combineert beide. De auto uit 1968 is één van de 19 lichtgewichtexemplaren die ooit werd gebouwd, heeft een volledig gedocumenteerde, unieke combinatie van motor en carrosserie plus een indrukwekkende racehistorie, waarin Gérard Larousse een belangrijk rol speelt.
De 911 R waar het om gaat is de auto met chassisnummer 11899016R en nummer 16 uit een serie van 19 stuks. De 49 jaar oude auto ziet er uit als nieuw en de tweeliter boxermotor met carburateurs klinkt mede dankzij de moderne RVS-uitlaat buitengewoon indrukwekkend.
De lichtgewicht 911, comfortitems van de 911 S
De 911 R werd op 9 april 1968 geleverd aan dealer Sonauto in Parijs, die de auto op 24 april afleverde aan het bedrijf ‘Les Danseurs’ van de Franse ondernemer en coureur Claude Ballot-Léna. De documentatie van de auto vermeldt enkele bijzonderheden. Een handgeschreven aantekening geeft bijvoorbeeld aan dat de auto over een 170 pk sterke motor zou beschikken. Dat zou 210 moeten zijn… Uit andere originele documenten van Porsche blijkt dat de originele motor (nummer 5080016) al na 40 km werd vervangen door de motor met nummer 961770. De aantekening in het Porsche archief vermeldt droogjes: “auto omgebouwd van Type R naar Type S.”
Eigenaar Ballot-Léna wilde dus een lichtgewicht 911, maar dan wel met het comfort van een 911 S omdat hij de auto in plaats van op het circuit vooral op straat zou gebruiken. De specificaties van deze bijzondere 911 R komen ook in de officiële documentatie naar voren: bekleding van de deuren, vloermatten en een normale passagiersstoel. Deze benadering was opmerkelijk, vooral als je in aanmerking neemt dat een 911 R destijds 45.000 Duitse Marken kostte, bijna twee keer zo veel als een standaard 911 S. En bovenop de catalogusprijs kwam nog eens ruim 10.000 DM aan ombouwkosten. Alleen Ballot-Léna koos voor een auto die 70 kg zwaarder was dan het origineel en bovendien over een minder sterke motor beschikte. Al in juni 1968 verkocht Ballot-Léna de auto aan coureur Xavier Camprubi. Hij bouwde de auto weer om tot een 911 R en daarmee tot het model zoals hij door Porsche was bedoeld: voor het circuit. Camprubi liet een 911 R motor monteren (nummer AT 961770) en alle comfortitems werden weer verwijderd.
Terechte twijfel?
De huidige eigenaar van de extreem zeldzame 911 R is Kobus Cantraine. Omdat de auto in het begin van zijn leven twee keer ingrijpend werd gemodificeerd, was het een hele klus om uit te zoeken waar hij in 2016 precies zijn oog op had laten vallen. Had hij werkelijk nummer 16 gekocht: of had iemand een 911 R ‘samengesteld’ met lichtgewicht onderdelen? Kobus vond geen bewijs dat dit níet de nummer 16 was en dit werd ondersteund door onder meer officiële documenten van Porsche en door de zuiverheid van het ingeslagen chassisnummer. Toch bleef er twijfel. Om te beginnen is de ombouw van een 911 naar een 911 R met gebruik van toch al beschikbare onderdelen alleen in financieel opzicht al aantrekkelijk. Daar komt bij dat er historische foto’s zijn die suggereren dat de auto in zijn racecarrière een niet documenteerde carrosseriewissel heeft ondergaan. Dat zou plausibel zijn, want tijdens de Rally de l’Hérault kreeg coureur Bernard Gnuva een ernstig ongeluk. Alle foto’s van na deze race laten een duidelijk bredere achterzijde van de auto zien. Het is zeer waarschijnlijk dat alleen de zijpanelen van de auto werden vervangen. Het bewijs daarvoor wordt geleverd door de open lasnaad onder de deur, op het punt waar de dorpels en de zijpanelen samenkomen. Dit typische R-detail bleef zelfs na het ongeval zichtbaar.
De 911 R: systematische gewichtsbesparing
De 911 R maakt gewichtsbesparing zichtbaar door het ontbreken van interieurbekleding, door ronde achterlichten van Hella te gebruiken, maar ook door trekkoorden in plaats van deurhendels en door de alom aanwezige boorgaten. Maar er is meer: de R maakt gebruik van dun plaatstaal, aluminium, met vezels verstrekte kunststoffen, plexiglas en extra dun normaal glas. Bovendien ontbreekt een verwarmingssysteem. Alles draait om 210 pk en 100 liter brandstof. Ferdinand Piëch wordt gezien als de drijvende kracht achter de 911 R. Al in 1966 startte Porsche met de ontwikkeling van de rallyversie van de net gelanceerde 901/911. Hit doel: een zo gunstig mogelijke vermogens-gewichtsverhouding. Porsche berekende dat een vermogen van 210 pk in combinatie met een leeggewicht ideaal zou zijn om de concurrentie te verslaan. Dit was nodig, want in het begin was de 911 geen verkooptopper. Het idee was dat sportieve successen een goede verkoopstimulans zouden zijn. Ook bood Porsche al snel een goedkopere variant met viercilinder motor aan: de 912. Van dit model werden er in het begin meer dan twee keer zo veel verkocht als van het topmodel.
Een record in 1967
Naast snelheid hechtte Porsche (net als vandaag nog) veel waarde aan betrouwbaarheid. Daarom ondernam het in 1967 een recordpoging met een 911 R. Oorspronkelijk was deze gepland met een Carrera 6, maar deze bleek te laag voor de kuipbochten van het circuit van Monza, waar de poging plaats zou vinden. Daarom kwamen coureurs Jo Siffert, Rico Steinemann, Charles Vögele en Dieter Spoerry aan de start met een licht gemodificeerde 911 R. De auto hield het 20.000 km met volgas uit, zette daarbij 5 wereldrecords en haalde 14 klasse-overwinningen. Dat alles bij een gemiddelde snelheid van 200 km/u. Maar de 911 R werd vooral een icoon door Gérard Larousse. In 1969 haalde hij met de 911 R nummer 5 twee belangrijke overwinningen: die bij de Tour de France Automobile (18-26 september 1969) en de bij de Tour de Corse (8-9 november van dat jaar). De auto van Larousse was één van de twee 911 R modellen met DOHC-motor met 230 pk. Deze auto bevindt zich nu in de Collier collectie in de VS.
Ter voorbereiding van de races die hij won, zette Larousse een andere 911 R in – de auto die nu van Kobus Cantraine is. De auto naam del aan ten minste één officiële race: de Ronde van Cévenole in juni 1969. De auto presteerde daar zeer goed met scherpe rondetijden en constante tweede plaats. In de laatste ronde ontstond echter een probleem met de fusee rechtsvoor en de 911 R viel uit. Foto’s laten zien dat de auto al eerder een kleine schade had opgelopen. De eigenaar van de auto, de hiervoor al genoemde Xavier Camprubi was vast niet gelukkig met deze schades. Hij liet de auto door de fabriek weer in nieuwstaat brengen en verkocht hem aan Bernard Gnuva, die zoals als eerder gemeld een ernstig ongeval met de auto kreeg. Daarna kreeg de auto zijn bredere wielkasten en nieuwe metalen deuren. Vanaf 1973 werd 911 R nr. 16 op de weg gebruikt door Jean Goncalves, Raymond Touroul en daarna door Pierre Bodin. Aansluitend werd auto opnieuw gerestaureerd door een verzamelaar. In 2016 werd Larousse herenigd met ‘zijn’ 911 R en bij die gelegenheid signeerde hij de auto. Voor Kobus was dat het moment om de auto in Larrousse-look uit te voeren. Eén Porsche – ontelbare verhalen.